
Kardinaalsmuts (Euonymus alatus)
Struikvorm die uiteindelijk uitgroeit tot een kleine boom. Jonge twijgen zeer opvallend gevleugeld. Deze kurkachtige vleugels kunnen tot circa 1 cm breed zijn. Op oudere takken verdwijnen deze en wordt de bast iets gegroefd. Bij het uitlopen van het blad vallen de rode knopschubben goed op. Bladeren heldergroen en in de herfst schitterend vuurrood verkleurend. De intense herfstverkleuring heeft de boom in Amerika de volksnaam “Burning bush” opgeleverd. De kleine geelgroene bloemen worden gevolgd door karakteristieke vruchten die bestaan uit een openspringende, rozerode doosvrucht met daarin gewoonlijk één, soms twee zaden die omgeven zijn door een oranje vlies, arillus genoemd. Het vezelige wortelgestel is fijn vertakt en wortelt niet erg diep. Kan op alle gronden en verdraagt zowel zon als schaduw, maar is gevoelig voor droogte en stilstaand water rond de wortels.